Waar komt Equitherapie vandaan

Waar komt Equitherapie vandaan?

 

Dat paardrijden en de omgang met paarden in de opvoeding en voor de persoonlijkheidontwikkeling een belangrijke rol kunnen spelen, was al bekend bij de oude Grieken. Xenophon (400 v. Chr.), die het eerste overgeleverde schrift over de rijkunst heeft geschreven, benadrukt in zijn rijleer al het opvoedkundige aspect van het paardrijden voor de ruiter. Vele eeuwen later zegt de Duitse dichter en wetenschapper Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832): "Mensch und Pferd verschmelzen hier so in Eins, dass man nicht sagen könnte wer wen erzieht."In alle bekende rijkunst theorieën van hippische grootmeesters van de 20e eeuw of daarvóór (La Geringere Pluvinel, en de hoofdinstructeurs van de Spaanse Rijschool te Wenen: Albrecht en Podhajsky) worden de psychologische en pedagogische aspecten van het paardrijden benadrukt. Sinds het begin van de 20e eeuw werden de therapeutische aspecten van het paardrijden meer gericht onderzocht.De eerste wetenschappelijke publicatie dateert van 1909 en is van de hand van de arts R. Pieckenbach: Der Einfluss des Reitsports auf den Menschlichen Organismus. Pieckenbach beval het paardrijden aan voor de versteviging van het skelet, voor soepeler gewrichten, om de eetlust te bevorderen en voor algeheel aansterken. Maar ook wees hij op mogelijke psychosomatische effecten.Een groot voordeel van het paardrijden ten opzichte van de traditionele bewegingstherapie of sensomotorische therapieën is de stimulerende werking die van het paard blijkt uit te gaan, zowel op lichamelijk als psychisch vlak. G. Zander (1890) ondernam tevergeefs een poging om het unieke bewegingsmechanisme van het paard door een apparaat te simuleren. Kennelijk bezit het paard extra kwaliteiten zoals warmte en een persoonlijkheid, hetgeen een ingenieuze bewegingsmachine mist, en die mede bepalend zijn voor de heilzaamheid van de therapie. De Deense Lis Hartel gaf het onderzoek naar de mogelijkheden van therapie met paarden een grote impuls. De amazone belandde door polio in een rolstoel, maar hielp zichzelf met ijzeren wilskracht uit de stoel en terug op de rug van haar paard. Ze won daarna zelfs twee keer Olympisch zilver in de dressuur, in 1952 en 1956. Zij werd het voorbeeld bij uitstek van de kracht die van een sterke motivatie op revalidatie uitgaat.

Daarna waren de publicaties op het gebied van therapeutisch paardrijden niet meer te tellen. In 1970 werd in Duitsland het Kuratorium für Therapeutisches Reiten opgericht. Oostenrijkse en Zwitserse organisaties verenigden zich naar Duits voorbeeld en onderhouden nauwe contacten met het Kuratorium. Artsen, fysiotherapeuten, pedagogen, psychologen, hippologen en wetenschappelijke instituten bundelden hun krachten. De psychotherapeut Antonius Kroeger introduceerde het orthopedagogisch voltigeren en werd een van de belangrijkste publicisten op dit gebied.Sinds de jaren '80 zijn er in het Duitstalige Europa drie vormen van therapeutisch paardrijden, in de Engelstalige landen ook vaak equitherapie genoemd:

Hippotherapie (Fysiotherapie op het paard), ontwikkeld vanuit de medisch perspectief
Paardrijden voor Gehandicapten (Behindertenreiten), ontwikkeld vanuit de sporthoek
Orthopedagogisch voltigeren of paardrijden (Heilpaedagogisches Voltigeren), ontwikkeld vanuit de pedagogiek en psychologie. In de negentiger jaren raakte er nog een vierde vorm algemeen geaccepteerd:
Therapeutisch paardrijden, ontwikkeld vanuit de psychotherapie, in samenwerking met hippische deskundigen zoals rij-instructeurs en trainers.

Voor elke therapeutische vorm bestaat een eigen opleiding. De activiteiten worden gebundeld door het Kuratorium. De Oostenrijkse en Zwitserse zusterorganisaties vonden na enkele jaren aansluiting en staan in nauw contact met het Duitse Kuratorium. Het D.K.Th.R. zorgt voor de richtlijnen van opleidingen en kwaliteitsbewaking bij de praktijkuitoefening van therapeutisch paardrijden door geregistreerde therapeuten. Het zorgt voor contacten en ervaringsuitwisseling ook op internationaal niveau, en voor de ontwikkeling van Equitherapie. Op deze manier kon hier een "kennis pool" geschapen worden die de aan de basis werkzame therapeut de mogelijkheid biedt, van deze kennis gebruik te maken. Zo hoeft deze niet steeds "het wiel opnieuw uit te vinden" als hij de voor zijn specifieke doel de geschikte therapievorm zoekt.
Aan meerdere psychologische universiteiten zijn inrichtingen voor Equitherapie verbonden. Er wordt wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de doelmatigheid en de effecten van Equitherapie bij verschillende indicaties, variërend van ontwikkelingsstoornissen tot de behandeling van getraumatiseerde vrouwen. In Duitsland en Oostenrijk worden activiteiten voor paardrijden gehandicapten en therapeutisch paardrijden onderscheiden in de eerder genoemde richtingen: Voor deze drie richtingen bestaat in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland sinds ruim 20 jaar een gedegen en gestandaardiseerde opleiding met diploma en beroepsprofiel. De beoefenaars zijn georganiseerd in het D.K.Th.R. Elke richting specificeert haar therapeutische doel, de achtergrond en functie van de therapeut en zijn interventies, de hippische techniek, en de functie die het paard bij het beoogde therapeutische proces inneemt.

Hippotherapie (HT)
Hippotherapie is gedefinieerd al fysiotherapie op het paard. Hippotherapie wordt uitgevoerd door een fysiotherapeut met vervolgopleiding "Hippotherapie". Het paard gaat meestal met begeleider in stap aan de lange teugels met therapiesingel. Cliënt rijdt met of zonder dekje of pad. Het doel is een verbetering van de motoriek en houding, coördinatie, ontspanning, tonusverbetering enz. te bereiken. De functie van het paard is daarbij die van stimulator, motivator, en activator door zijn unieke driedimensionale bewegingsafloop die permanente prikkels geeft en bepaalde bewegingen faciliteert. Het therapeutisch proces is gericht op een facilitering van houding en bewegingsafloop, evenwicht door permanente stimulatie via de paardenbeweging, stimulatie via alle zintuigen, maar ook op psychohygiënische aspecten door het omgaan met het paard in een andere situatie dan de in de klinische fysiotherapie gebruikelijke
 
Paardrijden gehandicapten (PG)
Paardrijden Gehandicapten en Revalidatie (PG, Behindertenreiten) wordt uitgevoerd door een basisrij-instructeur (FN, FENA) met sportlerarenopleiding (sportuniversiteit) en gespecialiseerde vervolgopleiding "Behindertenreitlehrer". Het paard wordt voor diverse hippische sprottaken ingezet afhankelijk van de behoeften en mogelijkheden van de leerling, bijvoorbeeld: dressuur, buitenritten, gymnastiekspringen, cavaletti-werk, longe, lange teugels enz. Alles is mogelijk variërend van recreatie tot wedstrijdsport. Indien nodig past men hulpmiddelen toe om een handicap te compenseren, bijvoorbeeld een dames- of westernzadel bij amputatie, speciale teugels indien patiënt arm of hand mist, enz. Het doel kan variëren van revalidatie (psychisch en lichamelijk) na een ongeluk of ziekte, reïntegratie, recreatie, sport, en wedstrijden op topniveau. De functie van het paard is afhankelijk van het doel die van motivator, stimulator of een gewone sportpartner. Het therapeutische proces of het aangepaste trainingsproces richt zich op fysieke en psychische compensatie van handicaps, opbouw van zelfvertrouwen en eigenwaarde, het leren inschatten van de eigen mogelijkheden en grenzen, en het bereiken van sportprestaties binnen de gehandicaptensport, maar ook in de traditionele wedstrijdsport.

Orthopedagogisch voltigeren (OPV)/Rijden (OPR)
Orthopedagogisch voltigeren/paardrijden (OPV/R, Heilpaedagogisches Voltigieren/Reiten) wordt uitgevoerd door een pedagoog, psycholoog of psychiater met beroepservaring en de vervolgopleiding "Heilpaedagogisches Voltigieren/Reiten". Dit omvat ook een hippologische basisopleiding als rij- en/of voltige-instructeur en sportleraar. Dit hippische- en trainingsgedeelte wordt door de FN/FENA in samenwerking met de sportuniversiteit verzorgd. Men werkt met het paard in de verzorging- en omgangssituatie en tevens aan de longe in de drie gangen/aan de dubbele teugel, of op het door anderen geleide paard of met teugels actief rijdend. Het accent ligt daarbij op het sociale element, de interactie en communicatie, en niet zozeer in het leren paardrijden of voltigeren in de sportieve zin. Men werkt met gestandaardiseerde en fantasieoefeningen en spelletjes.
Het doel is afhankelijk van de individuele indicatiestelling: verbetering van de psychootmotoriek, cognitie, concentratie, en de bevordering van sociale en persoonlijkheidsontwikkeling, ook bij gedragsproblemen. De functie van het paard is die van motivator, sportpartner, communicatiepartner, model, of spelpartner. Het pedagogisch of therapeutisch proces richt zich op het ingrijpen in een lopend ontwikkelingsproces om dit te bevorderen, te versnellen (ontwikkelingsvertraging) of te corrigeren (storingen) op sociaal, psychomotorisch emotioneel en cognitief niveau.
 
Inmiddels zijn de effecten van deze drie rijtherapeutische technieken wetenschappelijk aangetoond en zijn ze algemeen geaccepteerd, hetgeen heeft geleid tot vergoeding en subsidies door ziekenfondsen en de overheid (Ministerie van Volksgezondheid en Ministerie van Opvoeding in Oostenrijk) Onderdelen van de opleiding zijn geïntegreerd in de door de overheid geleide instituten zoals de sportuniversiteit. het hippische gedeelte wordt verzorgd en gecontroleerd door FENA en FN.
 
Psychotherapie met het paard (PTP)
In de  jaren 90 is er een nieuwe tak van therapeutisch paardrijden bijgekomen: Therapeutisch paardrijden als psychotherapeutische interventie (PTP). Dit wordt uitgevoerd door een psychotherapeut met een vervolgopleiding orthopedagogisch voltigeren en/of rijden, en die verder geschoold is in psychomotore procesbewaking en sportfysiologie, en die over de voor OPV/R benodigde hippische kwalificatie beschikt. Soms wordt gekozen voor samenwerking tussen psychotherapeut en een hippologische- en OPV/R deskundige.Men werkt met het paard op verschillende hippisch en therapeutisch verantwoorde manieren (longe, vrijlopend, langteugel, onder het zadel, enz.), met als doel: motivatie/ inleiding/bevordering /stabilisatie van het psychotherapeutische proces. De functie van het paard is afhankelijk van de therapeutische basis, de indicatie, het therapeutische proces en de fase van het proces waarin de cliënt verkeert. Mogelijke functies zin: motivator, therapiepartner, stimulator, communicatiepartner, katalysator, overgangsobject, enz. Het beoogde therapeutische proces is tevens afhankelijk van het therapiedoel, het toegepaste therapeutische model en het niveau van de beoogde behandeling: steunend, confronterend, begeleidend, verzelfstandigend enz.

Paarden in de psychotherapie
Bij het gebruik van paarden in de psychotherapie (PTP) gaat men uit van verschillende therapeutische theorieën (zoals "Gestalt", analytische psychotherapie, psychodynamische modellen, Individualpsychologie volgens C.G.Jung, lichaamsgerichte psychotherapie, gedragstherapie, cliënt-centered-therapie, systeemtherapie, biodynamica, psychomotore therapieën, psychologische psychotherapie), afhankelijk van de achtergrond van de therapeut, het instituut waar deze therapieën plaatsvinden, en de doelgroep. De functie van het paard binnen het therapeutisch proces en de toegepaste hippologische techniek wordt aangepast aan daaraan ten grondslag liggende therapeutische model en de toegepaste therapeutische interventietechnieken. In Nederlands wordt in de opleiding Equitehrpie SHP volgens het pasvormmodel van Pesso gewerkt  Dit model biedt een goede basis voor alle vormen van Equitherapie.

EQUITHERAPIE SHP
Het therapiemodel en de opleding Equitherapie SHP richt zich op de ntegratie van het behandelmodel uit de basisberoep van de Equitherapeut  met de richtlijnen voor Equitherapie SHP en het desbetreffende procesmodel. Daarin wordt in een driehoeksrelatie tussen paard, client en therpaeut gewerkt waarbij het paard in elke fase van het proces zijn specifiece functie heeft.

De met hulp van het paard te bereiken gewenste processen  richten zich dan precies op het individuele therapiedoel. De mogelijkheden van het paard worden dan ook doelmatig ingezet. Ze kunnen, hoe paradoxaal dat klinken mag, zich tussen de twee polariteiten bevinden zoals: losmaken van spieren (ontspanning) v. spiertonus verhogen (activeringsniveau), blokkades bewustmaken v. blokkades weghalen, almachtsideeën verstoren v. zelfvertrouwen opbouwen, grenzen leren kennen v. helpen grenzen te verleggen, dubbele boodschappen ontmantelen, facilitieren v. confronteren, individuele onvoorspelbaarheid van andermans reacties helpen tolereren v. andermans reacties voorspelbaar maken, lichaamstaal bewust maken v. lichaamstaal relativeren.
 
 
In Nederland kan sinds 2000 de opleiding tot Equitherapeut SHP worden gevolgd. Afhankelijk van de basisberoep uit de geestelijke gezondheidszorg of kinder- en jeugdzorg kan de Equitherapeut zich specialiseren in een van de vomen:
 
 
  • Orthopedagogische begeleiding
  • Ontwikkelingsbevordering
  • Psychosociale begeleiding
  • Revalidatie en compensatorisch rijden
  • Psychotheapie met het paard
 
 

 

 

Equitherapeutische initiatieven
De individueel opgestarte initiatieven zijn sinds 1990 gebundeld in een Werkgroep van het D.K.Th.R. Men wisselt verder eens per jaar de ervaringen uit tijdens een internationaal congres, werkt intensief samen, doet onderzoekt en werkt aan ontwikkeling van het vakgebied. Aan enkele universiteiten, zoals bijvoorbeeld in Berlijn, is een afdeling voor therapeutisch paardrijden verbonden aan het psychologische instituut. In meerdere psychiatrische inrichtingen hoort PTP inmiddels tot de gebruikelijke therapievormen. Een en ander heeft geleid tot een nieuw standbeen van therapeutisch paardrijden op medisch/psychologisch gebied.
Sinds 1999 bestaat een internationale samenwerkingsverband  in Europa het FATP (Forum der Ausbidlungstraeger Therapie mit dem Pferd) waarin de organisaties, die de kwaliteitsbewaking en opleiding Equitherapie in hun landen op hun rekening nemen vertegenwoordigd zijn.  Naast Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland is de Nederlandse opleiding Equitherpaie aldaar ook vertegenwoordigd. De opleidingen zijn op elkaar afgestemd en er wordt kennis , er worden docenten en materiaal uitgewisseld en de opleiding onderling zijn erkend.  Ulrike Thiel maakt als representant van HippoCampus en de Stichting Helpen met Paarden  deel uit van deze werkgroep. Eveneens was ze lid van de Internationale initiatief  FAPP (Fachgruppe Psychotherapie mit dem Pferd) en vertegenwoordigde de Nederlandse opleiding Equitherapie ook in het Educational en Training Committee van de FRDI (Riding Disabled International). Ze neemt ook in deze functie steeds deel aan de Internationale Congressen voor therapeutisch Paardrijden en refereert en publiceert aldaar geregeld. De Nederlandse opleiding Equitherapie was dan ook bij de diverse  Congressen zelf en via de  de FATP  vertegenwoordigd.


 

 
  
Copyright HippoCampus: Alle rechten voorbehouden.
Niets van deze website mag worden verveelvoudigd, opgeslagen, of openbaar gemaakt,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HippoCampus

 

 



 

  Die-Psyche-des-Pferdes
 
  Gerittenwerden-so-erlebt-es-da
 
  Boek-Beter-paardrijden-kun-je-leren
 
 

 

25 jaar 

HippoCampus   

Horse & Human Development

 

Dat vieren wij met een aantal nieuwe aanbiedingen en daarom is de homepage op moment in editie.

Mocht u vragen hebben, dan neem contact met ons op via het reactie formulier


Share on Facebook

25 jaar 

HippoCampus   

Horse & Human Development

dit vieren wij met een aantal nieuwe aanbiedingen
Door corona is nu ook de planning een andere geworden en wij gaan alles meteen opnieuw er opzetten
Nog even geduld svp : Hippocampus biedt nu een aantal nieuwe mogelijkheden aan.
daarom is de homepage nog even tot begin september 2021  in editie

Mocht u vragen hebben, dan neem contact met ons op via het reactie formulier

 

NIEUW
HippoCampus
ONLINE

 

Vindt het nieuwe Cursusprogramma hier
Voor speciale aanbiedingen en maatwerk kunt u het beste contact opnemen met HippoCampus

 

Instituut voor Equitherapie en Hippische Sportpsychologie

Leiding: Dr.Ulrike Thiel
De Bult 2, 6027 RG Soerendonk
0495-45 37 57 / 06-51548351
e-mail: hippocampus@iae.nl